SINT-GERTRUDIS

Op deze pagina kan u de geschiedenis van de parochie "Sint-Gertrudis" in de gemeente Ternat raadplegen. Deze parochie en haar kerk maken deel uit van de pastorale zone "De Kruik".
VERDERE PAGINAS

GESCHIEDENIS

Sinds wanneer er in Ternat een parochie is ontstaan is niet duidelijk. Zeker is dat de abdij van Nijvel de stichter is geweest. Toen Karel de Kale in 877 bepaalde welke plaatsen deel uitmaakten van de begiftiging der geestelijke goederengemeenschap van Nijvel werd Wambeek, waarvan Ternat deel uitmaakte, reeds aangeduid. Het ging om een kapel ter ere van Onze-Lieve- Vrouw. Lascabanne beweert dat de eerste kapel stond in “de Zwaluwput” ter hoogte van de huidige kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Vrede.
De Sint-Gertrudiskerk anno 2020

In 1112 vermeldde bisschop Odo ons als een appendix van Wambeek. Het is het eerste schriftelijk bewijs van kerkelijk leven in Ternat. In de kerk is de kapel in de Noorderlijke kruisbeuk – de zogenaamde t’ Serclaeskapel – het oudste gedeelte. De wapenschilden van t’ Serclaes en een zeer oud fresco op de muur van het koor verwijzen naar die tijd.

Honderd jaar later in 1268 zal Ternat een zelfstandige parochie worden. De eerste patroonheilige van de parochie was niet de H. Gertrudis, maar wel Onze-Lieve-Vrouw, zoals blijkt uit een testament van 1502 van Geerom De Leener, dat bewaard wordt in de archieven van de kerk, berustend bij het rijksarchief.

De kerk is dan langzaam, naargelang de noodwendigheid, gebouwd en uitgebreid. Op de rib boven de preekstoel vinden we het jaartal 1627.

In 1692 werd de kerk bij een hevig onweer door de bliksem getroffen en gedeeltelijk vernield. Het dak en het koor brandden uit en de klokken smolten weg. De gelovigen met de pastoor hebben niets onverlet gelaten om de schade aan de kerk te herstellen. Niettemin zou de wederopbouw vijfentwintig jaar duren.

In de loop der tijden werd de kerk voorzien van prachtig meubilair: biechtstoelen (1758), een preekstoel (1779) en een lambrizering en orgel (1770). Vele van die meubels verdwenen onder de Franse Revolutie. Tussen 1818 en 1820 werden opnieuw belangrijke versieringen aangebracht. En bij het begin van de 20ste eeuwe werd een grondige restauratie aangevat onder leiding van architect Van Ysendijk.